Sinds Apple de iPhone in de VS lanceerde, hebben mensen over de hele wereld het in handen gekregen, zodat er tegenwoordig veel mensen zijn die iPhones gebruiken. Het is een geweldig stukje technologie dat voor een gemiddelde prijs kan worden gekocht en bevat aanraaktechnologie met een groot scherm en een compacte gebogen vorm.
Het touchscreen kan op verschillende plaatsen door twee verschillende vingers worden aangeraakt. iPhone beschikt ook over een Global Positioning System, zodat u kunt zien waar u zich bevindt. Het heeft de mogelijkheid om beweging in drie dimensies te detecteren, samen met andere functies zoals camera, adresboek en een programmeerbare vibrator. De iPhone is dus meer dan alleen een telefoon. Het werkt op een 620 MHz ARM CPU met verminderde verwarming, samen met een 128 MB DRAM en van 4 tot 16 GB Flash-geheugen. Het maakt gebruik van een Apple OS X, gebouwd op Unix. Het goede nieuws over de mogelijkheden van de iPhone is dat je naast de beschikbare applicaties ook je eigen applicaties kunt maken. Er is een uitgebrachte ontwikkelaarstoolkit, iPhone SDK, waarmee je iPhone-applicaties kunt ontwikkelen. Er zijn twee opties: webgebaseerde applicaties en native applicaties. De webapplicaties draaien op een browser door middel van HTML, CSS, ASP, Java,.NET, Ruby of JSP, en de native applicaties draaien op de ingebouwde frameworks van de iPhone development kit.
De taal waarin je je code schrijft heet Objective-C, zoals geïmplementeerd door Apple. Het is een objectgeoriënteerde taal, dus het bevat gegevens en methode-inkapseling, overerving en polymorfisme die zich concentreren rond objecten, toegankelijkheid en verbindingen daartussen. Op deze manier kunt u knoppen, weergaven, vensters, schuifregelaars en controllers maken om uw informatie binnen het programma te manoeuvreren en ermee te communiceren door middel van gebeurtenissen en acties.
Er zijn standaardklassen beschikbaar, maar u kunt uw eigen klassen maken die iets van de reguliere overnemen en ze in uw project laten interageren. Het besturingssysteem bestaat uit vier lagen (Core OS, Core Services, Media, Cocoa touch), waarbij elke laag de frameworks bevat die u voor uw toepassing kunt gebruiken. Het basisniveau van het Core OS bevat de kernelsoftware die zich bezighoudt met netwerken, threading, invoer/uitvoer en geheugen. De Core Services geven u de kaders voor alle toepassingen, Media biedt protocollen voor audio en video, en de Cocoa touch is degene die u in staat stelt om gebeurtenissen, vensters en gebruikersinterfaces te beheren.
U moet een Intel Mac-computer met MAC OS X Leopard gebruiken en u moet de iPhone SDK gebruiken, die kan worden gedownload. Deze laatste kan uw applicatie testen in afwezigheid van het iPhone-apparaat. Ook moet u zich registreren voor programma-ontwikkeling bij Apple.
Er zijn al game-applicaties voor de iPhone gebouwd. Ze gebruiken de bewegingssensoren van de telefoon om raceauto’s te besturen in racegames. Andere applicaties gebruiken wifi om u met internet te verbinden, zoals een laptop of computer.
Als u geïnteresseerd bent in het ontwikkelen van een mobiel spel of een iPhone-applicatie, kunt u op internet zoeken naar een bedrijf voor de ontwikkeling van iPhone-apps. Dergelijke bedrijven kunnen niet ouder zijn dan twee jaar, maar sommige werken al veel langer in de IT, dus hun expertise kan nuttig voor u zijn.