Door de geschiedenis heen hebben zich voortdurend financiële crises voorgedaan die teruggaan tot de oprichting van vroege rijken en de vorming van koloniën. Hun uiterlijk kan soms onverwacht zijn. Desalniettemin kunnen crises worden beheerst van escalatie naar meer bedreigende en ernstige situaties zoals depressies door implementatie van regels en voorschriften. De wereldwijde economische crisis van 07-08 is voornamelijk ontstaan als gevolg van een aanzienlijke vermindering van de financiële regelgeving die tijdens het tijdperk van de Grote Depressie is ingevoerd met de bedoeling de economie te stabiliseren en te voorkomen dat toekomstige economische rampen zich opnieuw voordoen. De oorsprong ligt in de Verenigde Staten en is terug te voeren op het lagerentebeleid dat door de overheid zelf wordt afgedwongen om het eigenwoningbezit aan te moedigen, en de introductie van veel risicovolle technieken zoals derivaten, die weddenschappen waren op de kredietwaardigheid van een specifiek bedrijf. Andere landen zoals IJsland, Japan, Spanje, het VK en nog veel meer pasten deze tactieken ook aan, wat later resulteerde in ongunstige resultaten voor hun economieën.
In 1999 nam het congres de “Gramm-Leach-Bliley Act” aan, die de Glass-Steagall Act omdraaide. De Glass-Steagall Act werd in 1933 aangenomen om te voorkomen dat banken risicovolle activiteiten ontplooien, zoals speculeren met spaargeld van deposanten en banden met andere bedrijven. Deze verandering in regelgeving stelde veel investeringsbanken in staat om overvloedig te opereren toen ze een nieuw tijdperk van wereldwijde financiële liberalisering begonnen. Hebzucht en ontevredenheid waren de eerste stimulatoren die hebben bijgedragen aan het verlies van vertrouwen dat de winsten op een laag niveau zullen blijven. Als gevolg van deregulering werden producten zoals derivaten uitgevonden en snel op de markt geïntroduceerd, waarnaar Warren Buffett verwijst als massavernietigingswapens. Credit default swaps en door onderpand gedekte schuldverplichtingen waren de meest voorkomende. Dit leidde tot de ontwikkeling van het securitisatieproces, waarbij de partij die de lening verstrekt niet wordt geraakt als de kredietnemer niet terugbetaalt. Dit kwam vooral doordat de kredietverstrekkers de hypotheken verkochten aan investeringsbanken. De investeringsbanken combineerden deze hypotheken vervolgens met andere leningen, zoals autoleningen, creditcardleningen en studieleningen.
Dit resulteerde in de vorming van de collateralized schuldverplichting of CDO’s, die werden verkocht aan investeerders over de hele wereld. Aangezien al deze producten een triple A-rating of de hoogste beleggingsrating van ratingbureaus hadden, beschouwden veel beleggers ze als risicovrije veilige beleggingen. Kredietverstrekkers begonnen risicovollere leningen te verstrekken, omdat ze niet aansprakelijk waren als ze slecht zouden worden. Investeringsbanken daarentegen negeerden de instabiliteit van de leningen, aangezien hun primaire focus was om hun winst te maximaliseren door meer CDO’s te verkopen, wat uiteindelijk bijdroeg tot een grotere toename van roofzuchtige leningen. Credit default swaps waren een andere vorm van derivaten. Ze waren een verzekering voor beleggers met betrekking tot hun gekochte CDO’s. Verzekeringsmaatschappijen zoals AIG waren de belangrijkste dienstverleners en beloofden eventuele verliezen aan investeerders te betalen voor het geval de CDO’s naar bed zouden gaan.
Een ander belangrijk feit om in gedachten te houden is dat andere speculanten op de derivatenmarkt ook verzekeringen kunnen kopen voor een CDO die ze niet bezitten. Hierdoor liepen de verzekeringsmaatschappijen een groter risico nadat ze verantwoordelijk werden voor het dekken van de verliezen van meer dan één partij. Veel investeringsbanken begonnen te wedden tegen hun CDO’s, wat aangeeft dat ze slecht zouden gaan. Als gevolg van het feit dat de derivatenmarkt niet gereguleerd was, waren verzekeringsmaatschappijen niet verplicht om bedragen te rapporteren die opzij waren gezet om eventuele verliezen te dekken. Dit stelde AIG en vele andere verzekeringsmaatschappijen bloot aan hoge risiconiveaus, wat zich later vertaalde in een catastrofe. Begin 2007 verhevigde de situatie en begon de paniek op grote schaal terrein te winnen. Toen de kredietdruk ernstig werd, begon de economische bedrijvigheid te verslechteren. De voorzichtigheid van kredietverstrekkers en het niet verstrekken van extra krediet werd gevolgd door massale wanbetalingen op leningen en faillissementsaanvragen, aangezien veel instellingen wereldwijd met liquiditeitsproblemen begonnen te worden en niet in staat waren om hun verplichtingen te betalen. Een daling van het BBP werd snel opgemerkt in veel landen, vooral in Europa en Oost-Azië. Dit was voornamelijk te wijten aan de ineenstorting van het consumentenvertrouwen, de lage vraag naar goederen en een daling van de productie wereldwijd. De werkloosheid schoot snel omhoog, omdat veel bedrijven probeerden de dreiging van faillissement te verminderen door grote hoeveelheden van hun werknemers te ontslaan. Het werkloosheidscijfer bereikte een recordhoogte in bepaalde Europese landen waar het de 27% overschreed.
Aan de andere kant werd China, de op een na grootste wereldeconomie, vooral getroffen door een terugval van de wereldhandel, gezien zijn grote exportrol. De financiële crisis van 07-08 wordt erkend als een van de meest ernstige en pijnlijke financiële crises die de wereldeconomie hebben aangevallen in de jaren na de Grote Depressie. Momenteel hebben veel regeringen over de hele wereld voorzichtige maatregelen genomen in de richting van regulering en wordt er veel nieuw beleid geïmplementeerd om de economie te stabiliseren en toekomstige crises te voorkomen. De Verenigde Staten van Amerika, het epicentrum van de financiële crisis van 07-08, volgen nu een meer gereguleerde aanpak met de bedoeling om de gevolgen waarmee ze momenteel worden geconfronteerd aanzienlijk te verzachten.