De christelijke religie vertelt de feiten dat de God de wereld heeft geschapen en alle levende en niet-levende dingen die in de wereld aanwezig zijn. God schiep elk levend wezen op aarde, en de mens werd uiteindelijk geschapen om te heersen over alles wat door Hem was geschapen. God gaf alles wat de man wilde leven. Toen de man in zonde viel, werd hij gedwongen de Hof van Eden te verlaten en op de grond te werken om te overleven.
De man begon op het land te werken en had scherpe werktuigen, messen en andere uitrusting nodig om het land te bewerken en te ploegen. De mens begon te zoeken naar zijn behoefte en naarmate de behoefte toenam, ontstond technologie. Vanaf dat moment vorderde de technologie om aan de toenemende eisen van de mens te voldoen.
De oude mensheid werd ingehaald door de angst voor pantheïsme. Pantheïsme promoot het concept van bijgelovig geloof in de natuur. Dit concept werd later veranderd in angst bij de mens. De mens werd vastgehouden door de slavernij van de natuur, waardoor de mens bang was voor natuurwetten.
Het christendom helpt de mensheid om vrij te zijn van alle soorten angst, inclusief de angst voor pantheïsme. Het stelt voor dat de wereld niets anders is dan de schepping van God. God kwam als mens naar de aarde, leefde op aarde en verspreidde het goede nieuws van de eeuwigheid en verwijderde de angsten uit de harten van de mensheid. God leed aan het kruis voor de redding van mensen en beloofde dat iedereen die op Zijn naam vertrouwt vrij zal zijn van slavernij en eeuwig leven zal krijgen.
Het christendom bevrijdde de man van ongewenste bijgelovige overtuigingen over de natuur die de mensheid hielpen om vooruitgang te boeken in de vooruitgang van technologische groei. Na de opkomst van de verlichtingsperiode was er een grote vooruitgang in de technologie waardoor de mens de dingen begon te verbeteren voor de verbetering van het leven en om de ellende van het leven te minimaliseren. In die poging werd de mensheid beschaafder en stapte in het zonnestelsel en begon dingen te analyseren voor de verbetering van de samenleving.
Naarmate de technologie meer en meer groeide, ging de mens weg van de vrees voor God. Dit scheidde op zijn beurt de mens van God en ook van geestelijke waarden die voorheen hoog in het vaandel stonden. Dit zorgde ervoor dat de mens de technologie gebruikte voor vernietiging. God wil dat de mensheid technologie gebruikt voor het welzijn van de mensheid en niet voor de vernietiging. Dat is waar het om gaat om een ware christen te zijn.